Je gebruikt al jaren de pil, omdat je niet van plan bent om zwanger te worden. Maar weet je ook dat de pil van invloed is op de hoeveelheid vitamines en mineralen die jouw lichaam kan opnemen of verbruikt?
Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het gebruik van de pil soms gepaard gaat met lage hoeveelheden van bepaalde vitamines en mineralen in ons bloed.
De anticonceptiepil gebruik je meestal omdat je wilt voorkomen dat je zwanger wordt. Anderen gebruiken hem omdat ze het prettig vinden hiermee hun menstruatie te reguleren of zelfs uit te stellen. Voor velen is de pil een uitkomst die ze liever niet meer willen missen. Maar wat sommigen niet weten, is dat er ook nadelen verbonden zijn aan deze vorm van hormonale anticonceptie.
Inhoud
De nadelen van de anticonceptiepil
Behalve bijwerkingen die gepaard kunnen gaan met het pilgebruik, zoals gewichtstoename, hoofdpijn, stemmingswisselingen, gespannen borsten of doorbraakbloedingen [1], zijn er ook andere nadelen. De anticonceptiepil heeft invloed op de mineralen- en vitaminestatus in je lichaam [2]. Voor allerlei processen in je lichaam heb je voldoende voedingsstoffen nodig, waaronder vitamines en mineralen. Dat zijn de zogenaamde micronutriënten: je hebt er niet veel van nodig, maar ze zijn wel onmisbaar voor je gezondheid. Voor de meeste vitamines geldt dat je ze niet zelf aan kunt maken, maar dat je ze op moet nemen uit je voeding.
De anticonceptiepil en je behoefte aan vitamines en mineralen
De B-vitamines B2 en B6, vitamine C en folaat (de actieve vorm van foliumzuur) zijn voorbeelden van vitamines die soms in lage hoeveelheden in je lichaam aanwezig zijn, wanneer je langdurig de pil gebruikt [2]. De opname wordt erdoor beïnvloed of de behoefte van je lichaam aan de voedingsstof neemt toe, waardoor je er meer van verbruikt. Ook de opname van mineralen als zink en magnesium wordt door het dagelijkse pilletje beïnvloedt.
Wat kun je zelf doen om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen?
Uiteraard kun je overwegen om een andere vorm van anticonceptie te gebruiken. Bijvoorbeeld de hormoonvrije koperspiraal of een barrièremiddel zoals een condoom. Blijf je de pil gebruiken, dan is het goed om in ieder geval te letten op je gezonde voedingspatroon. Zodat je van alle voedingsstoffen voldoende binnenkrijgt en je lichaam dus de mogelijkheid krijgt om deze voedingsstoffen op te nemen. Heb je het gevoel dat je hier wat ondersteuning bij kunt gebruiken, kijk dan eens naar een voedingssupplement.
Voedingssupplementen
Een voedingssupplement geeft je net dat beetje extra, ter aanvulling op wat je via je voeding al binnenkrijgt. Je kunt denken aan een supplement met:
Vitamine C: een veelzijdige vitamine, die bijdraagt aan verschillende lichaamsprocessen. Zo ondersteunt het je afweer en een gezonde huid, helpt het bij vermoeidheid en draagt het bij aan je geestelijke veerkracht. OvaBalance Vitamin C is een hoog gedoseerd vitamine C supplement aangevuld met bioflavonoïden en rozenbottel om de werking van het antioxidant vitamine C te ondersteunen.
Zink: draagt bij aan een normale weerstand en vruchtbaarheid. Bovendien draagt zink bij aan het behoud van een gezonde huid, normaal haar en gezonde nagels. OvaBalance Essential Mineral Zinc is een goed opneembaar zink supplement, dat tevens koper bevat.
Multivitamine: Ovabalance Ultimate Multi Mama is de multivitamine van OvaBalance. Hij richt zich op vrouwen met kinderwens of vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven. Het is een zeer complete multi met alle voedingsstoffen erin waar jouw lichaam behoefte aan heeft. Het bevat zowel magnesium als zink en ook de B-vitamines, folaat en vitamine C zijn goed vertegenwoordigd in dit voedingssupplement.
OvaBalance biedt voedingssupplementen met uitstekende ingrediënten. We zijn namelijk #obsessedwithquality en kiezen alleen voor het beste. Alle supplementen zijn vegan, lactose- en glutenvrij en speciaal voor jouw ontworpen #madeforyou!
Bronnen:
1. Anticonceptiepil – Bijwerkingen en risico’s – Apotheek.nl
2. Effects of oral contraceptives on nutritional status - L K Massey, M A Davison - Am Fam Physician. 1979 Jan;19(1):119-23.